Overzicht tuchtrechtspraak deurwaarders oktober t/m december 2020
Deurwaarders zijn onderworpen aan tuchtrechtspraak, uitgevoerd door de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders en in hoger beroep door het Hof Amsterdam. Hierbij een selectie van uitspraken gepubliceerd in de maanden oktober t/m december 2020.
Deurwaarder is na raadpleging beslagregister verplicht te waarschuwen
Deurwaarder
X legt beslag op de huurtoeslag terwijl deurwaarder Y al loonbeslag
heeft gelegd. De beslagvrije voet die geldt voor het loonbeslag moest
als gevolg hiervan worden aangepast. Moet deurwaarder X, nadat hij na
raadpleging van het Digitaal beslagregister hiervan kennis kreeg,
deurwaarder Y waarschuwen?
Het hof overweegt dat weliswaar niet
uitdrukkelijk bepaald is dat een meldingsplicht geldt, maar dat in een
geval als het onderhavige toch een meldingsplicht bestaat. De stelling
van de deurwaarder dat overleg niet noodzakelijk was omdat er geen
verdeling plaats hoefde te vinden, wordt verworpen. Het Digitaal
beslagregister heeft immers onder meer ten doel in het belang van de
schuldenaar te bevorderen dat een juiste beslagvrije voet wordt
vastgesteld en toegepast. Artikel 475d lid 3 sub b Rv bepaalt dat de
beslagvrije voet wordt verminderd met de ontvangen huurtoeslag. Bij het
beslag op de AOW-uitkering van klaagster heeft die (als eerste)
beslagleggende gerechtsdeurwaarder daarmee rekening gehouden. Het beslag
van de deurwaarder op de huurtoeslag had tot gevolg dat klaagster
feitelijk niet meer over die gelden kon beschikken, zodat niet meer kon
worden gesproken van “ontvangen huurtoeslag” in de zin van voornoemde
bepaling. Het beslag op de huurtoeslag was daarom een omstandigheid die
van belang was voor de juiste vaststelling van de beslagvrije voet door
de eerste beslagleggende gerechtsdeurwaarder. Door een melding van het
beslag op de huurtoeslag aan de eerste beslagleggende deurwaarder had
kunnen worden voorkomen dat klaagster niet meer in de minimale
bestaanskosten kon voorzien. Daarom mag een dergelijke melding niet
achterwege blijven. Klacht gegrond, maatregel van berisping en
veroordeling in proceskosten. >>>Uitspraak
Beslagvrije voet ten onrechte op nihil gezet
Een
beslagvrije voet op nihil vaststellen is in beginsel slechts mogelijk
indien er een ander inkomen bekend is waarop geen beslag ligt en dat
inkomen méér bedraagt dan de beslagvrije voet. Ter zitting is niet vast
komen te staan dat de deurwaarder, alvorens beslag te leggen op de
periodieke inkomstenbronnen, de inkomstengegevens van klager bij het UWV
hebben geverifieerd. De blote stelling van de opdrachtgever dat sprake
zou zijn van meerdere inkomstenbronnen is onvoldoende om de beslagvrije
voet op nihil te stellen. Klacht gedeeltelijk gegrond. Maatregel van
berisping en veroordeling in proceskosten. >>>Uitspraak
Slordig en onvoldoende voortvarend terugstorten vakantiegeld
Klager
beklaagt zich er over dat de deurwaarder het teveel afgedragen
vakantiegeld over 2019 niet heeft terugbetaald en niet reageert op
herhaalde verzoeken hiertoe. Weliswaar is niet gebleken dat niet binnen
een redelijke termijn op berichten van klager is gereageerd, maar wel
dat de deurwaarder zeer slordig en onvoldoende voortvarend heeft
gehandeld. Tevens is te lang gewacht met terugstorten vakantiegeld.
Klacht gegrond, maatregel van berisping en veroordeling in proceskosten.
>>>Uitspraak
Vermelden kosten exploot met verwijzing naar Btag in e-Court procedure
Gelijk
aan wat de kamer bij beslissing van 22 januari 2019 en het Gerechtshof
bij beslissing van 29 oktober 2019 eerder hebben bepaald (in een andere
zaak tegen de deurwaarder) heeft de kamer (opnieuw) geoordeeld dat het
vermelden van de kosten van het exploot met verwijzing naar het Btag, in
de e-Court procedure, als misleidend moet worden aangemerkt. Ondanks de
omstandigheid dat in de onderhavige zaak – anders dan in voornoemde
zaken – meerdere gevallen van misleiding betrof, ziet de kamer geen
aanleiding een zwaardere maatregel dan (opnieuw) een berisping op te
leggen. De kamer heeft het nog wel nodig gevonden om het BFT te wijzen
op haar verantwoordelijkheid als bestuursorgaan en onafhankelijk
toezichthouder door andermaal aan te geven zorgvuldigheid te betrachten
in haar treffen met de pers/media. Veroordeling in proceskosten. >>>Uitspraak
Negatieve bewaringspositie
De
deurwaarder heeft een (aanzienlijke) negatieve bewaringspositie laten
ontstaan, die door hem niet is gemeld, en niet is aangezuiverd. Voorts
heeft de deurwaarder een ontoereikende administratie gevoerd. Daarnaast
heeft de deurwaarder in een groot aantal gevallen bij de betekening van
het proces-verbaal van het gelegde beslag de termijn van acht dagen
zoals bepaald in artikel 475i van het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering overschreden. Ten slotte heeft de deurwaarder in zijn
repertoria exploten opgenomen die zijn uitgebracht door een deurwaarder
die tijdens het uitbrengen van de exploten niet aan zijn
deurwaarderskantoor verbonden was. Gelet op de gegrondheid van alle
klachtonderdelen, meer in het bijzonder de klachtonderdelen die zien op
de bewaringstekort(en), ziet de kamer, in lijn met vaste jurisprudentie
op dit punt, aanleiding de maatregel van ontzetting uit het ambt op te
leggen. >>>Uitspraak
Meer informatie
- overzichten tuchtrechtspraak deurwaarders
- website tuchtrechtspraak
- Reageer via schuldinfo op LinkedIn
« Nieuwsoverzicht